Volkskunde van Curacao, Aruba en Bonaire

Paul Brenneker

Fauna

Dier
‘De Curaçaose slang is volkomen ongevaarlijk, maar je moet er niet op trappen als hij aan het broeden is; dan komt hij je zelfs achterna en slaat je fel. Hij broedt tussen het onkruid, in de regentijd. Een slangenei is evengroot als dat van een duif, alleen wat langwerpiger, heeft een gele dooier maar is verder wit van binnen; een slang legt 30 tot 60 eieren. Hij leeft veel in stenen omheiningen. Heeft hij zijn ogen open, dan slaapt hij, zijn de ogen dicht, dan is hij wakker.’ (B1977)
 
‘Daar waar veel kleine stenen liggen, pieda wiriwiri, daar leven… lees verder »
Dier
De Curaçaose kikker is in het begin van deze eeuw, omstreeks 1918, van Aruba naar hier overgekomen, verborgen in het metselzand dat barkjes brachten. De oude indianen echter kenden het diertje wel, van hier of van elders. Op een indianenveld van Ban-dabao is zelfs een klein stenen kikkertje gevonden, waarschijnlijk als sieraad gemaakt.

In 1934 zijn er een paar in een lucifersdoosje naar Bonaire meegebracht, als speelgoed voor de kindertjes, en bij Tanki Hoga Jiu losgelaten. Sindsdien zit Bonaire vol.

De diertjes zijn geen vrienden van het volk. Men is er bang voor. Na elke flinke regenbui duiken… lees verder »