Volkskunde van Curacao, Aruba en Bonaire

Paul Brenneker

Brua


Door: Paul Brenneker  | Publicatiedatum: SAMBUMBU Deel 7
Brua


BOMENDat men in koralen van huizen zo vaak een oude dode boom ziet staan, die jaren blijft staan en niet wordt omgehakt, heeft zijn reden. ‘Oude bomen dichtbij een huis mag je niet omkappen. Anders sterft de oudste bewoner van dat huis. Zo zeggen de mensen.’ Dichtbij het landhuis Rif stond vroeger een grote boom. Naar op­dracht van de reeds lang overleden vader mocht deze nooit worden omgehakt. De boom ging dood. Jaren later viel hij om, en ook toen heeft men hem nog laten lig­gen, totdat hij geheel vermolmd uiteen viel.

‘Elia had achter zijn huis een dode boom staan vol spijkers, waaraan hij van alles ophing. De man werk ziek, werd naar het hospitaal gebracht. De boom viel om, en twee dagen later is Elia gestorven. De boom ligt er nog.’

‘Houthakkers leven niet lang, zo zegt men. Zeker niet als ze hun werk alleen doen. Je weet nooit welke geesten onder grote bomen zitten.’

‘Oude mensen zeggen dat het hoofd van het gezin zal sterven als je een boom om­hakt, die al lange jaren voor je huis staat. Ze beweren dat iedere boom zijn bewaker heeft. Daarom wil men niet dat kinderen onder een boom spelen om twaalf uur in de middag; de bewaker zou ze meenemen. Is een boom erg oud, dan komen alle gees­ten er bijeen, zo zeggen veel mensen. En sommigen zien ze ook, vooral om twaalf uur ’s middags en ’s nachts’ (B634).

Een visser wist te vertellen, dat een heer in Marchena een boom liet omhakken om het terras voor zijn huis groter te ma­ken. De arbeiders wilden er eerst niet aan, maar de heer zei dat hij niets te maken had met negerbezwaren. Onder het kappen viel er zoiets als een draad op zijn hoed. De man werd ziek en lam en genas niet meer.

En een vrouw verzekert: ‘Een oude boom kappen we nooit om, zelfs niet als hij ver in de wildernis staat, want iedere boom is van iemand, palu bieuw tin su donjo.’
Een zeer milde opinie omtrent oude bo­men huldigt Shon Pa. ‘Hiernaast bij mijn buurman staat een reuze kenepaboom; de vorige eigenaar van het huis ligt er onder begraven, maar het kan totaal geen kwaad, het was een goede man.’

Ben van Piscadera denkt er strenger over. ‘Oude bomen mag je niet omkap­pen, omdat de overledenen in hun scha­duw zitten. Wie het toch doet, wordt lam en kan sterven. Zelfs geen tak moet je er­af hakken. In een geval het niet anders kan, moet je de voornaamste wortels blootleggen, ze doorbranden en de kuilen vol oude auto-olie gooien. De boom sterft dan zonder dat je hem omkapt. Zo hebben oude mensen mij geleerd.’

Tuju houdt zich aan de feiten. ‘Langgeleden stond er bij een landhuis een oude dode boom. Men durfde hem eerst niet om te ­hakken, maar deed het na lang aarzelen toch. Twee dagen later stierf Prins Hen­drik.’

Dichtbij de stad ligt een klein landhuisje met een dode boom ervoor. ‘De eigenaar die het ons verkocht, heeft met nadruk verzocht de boom niet om te kappen, ‘want ik ben al oud en mijn broers zijn reeds gestorven.’ ’

‘De ouden zeggen dat je een grote boom die op eigendomsterrein staat, nooit mag omkappen. Anders zal de eigenaar sterven. Kap je een tak van een boom en vloeit er bloed uit, dan is het een teken dat de eige­naar van de grond hieronder ligt begra­ven. Soms zie je een boom die maar niet wil uitbotten, hij blijft dor hoe hard het ook regent. Dan zit er …

Om de volledige tekst te kunnen lezen dient u een gratis account aan te maken.